1.3 Grondslagen Begroting 2026-2029
Dit hoofdstuk zet de grondslagen en kaders uiteen waarlangs de Begroting 2026-2029 wordt uitgewerkt. Het gaat hierbij onder meer om de te hanteren rente- en indexpercentages, belastingen en tarieven.
Omschrijving | Grondslag |
---|---|
Lonen (inclusief sociale lasten) | 2,0% |
Prijzen | 2,1% |
Subsidies | 2,03% |
Belastingen | 2,1% |
Leges en Tarieven | Kostendekkend, tenzij de raad anders besluit |
Rekenrente | 1,5% |
Rente grondexploitaties | 1,5% |
Algemene uitkering | Meicirculaire 2025 (in deze Voorjaarsnota: september-/decembercirculaire 2024) |
Financiële regels | Coalitieakkoord 2022-2026 en budgetregels |
Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Woningen (peildatum 1-1) | 72.300 | 73.300 | 74.800 | 75.900 | 76.800 | 77.800 | 79.000 | 80.500 | 81.800 | 82.700 |
Inwoners (peildatum 1-1) | 162.800 | 164.900 | 168.200 | 170.800 | 172.900 | 175.200 | 177.700 | 181.100 | 184.200 | 186.200 |
Lonen, prijzen en subsidies
In 2024 is de CAO voor gemeenteambtenaren voor de periode 1-1-2024 tot 31-3-2025 afgesloten. Deze CAO is in de voorjaarsnota verwerkt. Op het moment van schrijven is er net een principe akkoord bereikt voor de periode van 1-4-2025 tot 31-3-2027. Dit principe akkoord zal naar verwachting in juni definitief worden. Momenteel wordt er doorgerekend wat het effect is van dit principe akkoord. Dit zal worden verwerkt in begroting 2026. Voor de looncompensatie in 2026 wordt daarom vooralsnog uitgegaan van de loonvoet sector overheid uit het Centraal Economisch Plan 2025. Voor 2026 is dit percentage 2,0%.
Uitgangspunt bij de prijscompensatie is de prijs netto materiële overheidsconsumptie uit het Centraal Economisch Plan 2024. Dat is voor 2025 2,1%. Voor een aantal specifieke sectoren worden sectorspecifieke indexen gehanteerd.
De verhoging van de subsidies is een afgeleide van de loonstijging en de prijsstijging. Hierbij telt de loonstijging voor 70% en de prijsstijging voor 30% mee. Voor 2026 betekent dit een stijging van 2,03% ten opzichte van de Begroting 2025.
Belastingen
Ten aanzien van de belastingen worden de afspraken uit het coalitieakkoord gehanteerd. De belastingen worden verhoogd met de indexatie, hiervoor wordt de prijsindex (2,1%) gehanteerd.
Leges en tarieven
Voor leges en tarieven geldt als uitgangspunt 100% kostendekkendheid, tenzij de raad besluit tot het afwijken hiervan voor bepaalde leges en tarieven. In het coalitieakkoord 2022-2026 is opgenomen dat voor begraafrechten en leges kleine evenementen tarieven worden geheven die niet volledig kostendekkend zijn. Bij de begroting 2023 is besloten om de kostendekkendheid van de marktgelden los te laten, om zo de marktbezetting in stand te houden.
Rekenrente
De interne rekenrente wijzigt niet t.o.v. voorgaand jaar. Deze blijft 1,5%. De rekenrente blijft binnen de marges die het Rijk via de BBV-regelgeving (Besluit Begroting en Verantwoording voor gemeenten) voorschrijft.
Rente grondexploitaties
Het ‘Besluit Begroting en Verantwoording voor gemeenten’ (BBV) schrijft voor dat de rente gebaseerd is op de werkelijke rente over het voor de financiering daadwerkelijk aangetrokken vreemd vermogen. Voor de Begroting 2026 wordt gerekend met een rentepercentage van 1,5%.
Ontwikkeling woningen en inwoners
De toename van het aantal woningen is gebaseerd op de informatie over de voortgang van woningbouwproductie. Vanuit behoedzaamheid is gerekend met de toename van het aantal woningen waarvoor (bestemmings)plannen zijn vastgesteld en de helft van de woningen waarvoor binnen afzienbare tijd definitieve afspraken worden verwacht.
De ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen zijn belangrijke parameters in de verdeling van de algemene uitkering gemeentefonds en dus ook voor het aandeel van de gemeente Zaanstad. Deze cijfers zijn daarnaast het uitgangspunt bij de berekening van de opbrengst onroerendezaakbelastingen en opbrengsten bouwleges. Ze worden ook gebruikt in de berekening van de benodigde maatschappelijke voorzieningen in het kader van de groei van de stad.